Snotty Ooty
8 February 2011, 16:15Inmiddels heb ik de frisse berglucht van Ooty alweer verruild voor het tropische klimaat van Kerala. Ik weet eigenlijk niet wat ik prettiger vind: klappertanden met al mijn kleren aan, of me kapot zweten in de drukkende hitte. Overdag was het klimaat in Ooty in ieder geval perfect, en de omgeving was prachtig. Ik heb twee mooie trekkings gemaakt door de jungle en over de theeplantages in Ooty. En passant hebben we (nou ja, eigenlijk was het de gids’ schuld!) ook nog even een jeep onklaar gemaakt.
De eerste trekking was met een jong Schots stel. Zij hadden dezelfde gedachte als ik: reizen nu het nog kan! Dus ook zij hadden hun baan en huis opgezegd, en waren vertrokken. Alleen zij blijven een jaar weg, en doen behalve India ook Nepal, Zuidoost-Azie en Zuid-Amerika aan. Tja, baas boven baas…
Met de bus gingen we eerst het stadje uit en de bergen in. De gids, Seeni, wist prima de weg, en ook off road was geen probleem. Al snel verlieten we de paden en doken we de jungle in. Het was geweldig om door de rustige en prachtige omgeving te wandelen – het is bijna onmogelijk om in India een rustig en stil plekje te vinden maar hier was geen mens te bekennen.
We liepen door naaldbossen en bossen vol eucalyptus. Op een gegeven moment kwamen we bij een strooien hutje: een eucalyptusolie-fabriek. Binnen zat een eenzame man in het donker, tussen de eucalyptus-walmen. De bladeren waren aan het koken in een enorme pot, en de olie werd er uit gedestilleerd. Lijkt me een klotebaan om daar te werken want na een paar minuten gingen de walmen al op mijn strot slaan. Of misschien zat die vent wel de hele dag keihard te hallucineren!
Ooty is bekend om de theeplantages, en daarvan heb ik er heel veel gezien. Enorme terrassen vol theestruiken die door veel mankracht geplukt werden. Er komt de allerbeste kwaliteitsthee uit voort, maar ironisch genoeg profiteren de locals daar niet van. Alle goede thee is voor de export. Als je in Ooty een thee bestelde werd die gemaakt van de laagste kwaliteit thee: het gruis dat overblijft aan het eind van de productie. Het stof dat ze na afloop van de grond opvegen wordt hier in heet water gegooid. En dan heb je wel veel melk en suiker nodig om het smakelijk te houden.
De omgeving deed me heel erg denken aan Schotland. En daar waren de Schotten het mee eens. Maar voor de echte gelijkenis zou het wel keihard moeten regenen! Ik vertelde dat ik ooit de West-Highland Way heb gelopen, zij hadden dat nooit gedaan. Ik moest weer terugdenken aan de bakken met water die ik toen op mijn kop gehad heb, de honderden kilometers die ik afgelegd heb, en de bijbehorende blaren.
Na een flinke tocht pakten we de bus weer terug. Seeni vroeg me of ik de volgende dag een ander deel wilde verkennen, en daar had ik wel zin in. Het werd nog Schotser want het gebied waar we naartoe gingen heet Glenmorgan. Dit is een enorme thee-plantage. En met enorm bedoel ik echt ENORM. Zover het oog reikt zag je thee. Onderweg kwamen we de eigenares van de estate tegen. Een indiase vrouw die zichzelf westerse manieren heeft aangeleerd. Ze was met haar rashond aangelijnd een ommetje aan het maken. Seeni kende haar een klein beetje, en zei haar gedag. Ze knikte minzaam. Haar hond was zo duur, dat ik hem niet mocht aaien.
Wederom was het een flinke wandeling. Rond een uur of vijf zei Seeni: “Als er hier een auto langskomt, proberen we mee te liften, anders moeten we nog vijf kilometer lopen naar de bus. De weg was superrustig, er kwam niks langs. Nog even en de zon zou ondergaan en dan zou het koud worden! Gelukkig kwam er een jeep langs, met een echtpaar dat terug kwam van het werken op het land, en we mochten meerijden. De man gaf ons de sleutel om de achterdeur open te maken.
Seeni stak de sleutel in het slot, maar ik zag dat deze niet helemaal paste. De deur ging ook niet open, dus zette hij even goed kracht met zijn grote kolenschoppen. Ik zag de sleutel veranderen in een kurkentrekker. “Stop!” riep ik maar te laat natuurlijk. De sleutel was naar de filistijnen. Hij was niet meer recht te buigen, paste niet meer in het contact, en de auto kon niet meer gestart worden.
In Nederland was er nu misschien een scheldpartij ontstaan, of gedreig met verzekeringen en ruzies over schadevergoedingen, maar de man en vrouw bleven lachen. Seeni was minder blij, “this is bad luck!!!” Om de motor aan te krijgen gingen we duwen, maar dat ging niet zo makkelijk. De motor sloeg maar niet aan, we hebben een heel stuk moeten duwen, maar uiteindelijk lukte het toch.
Ik vroeg aan Seeni hoeveel het zou kosten om de sleutel te laten maken. Dat was maar 50 tot 100 rupee, op de markt kon een smid dit klusje wel klaren. Dus voordat we uitstapten heb ik de mensen 100 rupee gegeven. Ze weigerden dit geld en barstten uit in een kakefonie van “NO NO NO NO NO!” maar ik wilde van geen nee weten dus heb het in hun handen gedrukt en ben uitgestapt voordat ze het terug konden geven.
Na nog een koude nacht vond ik het wel weer genoeg, en besloot ik om warmere regionen op te zoeken. Ik was inmiddels ook flink verkouden geworden; zou daar de bijnaam “snotty Ooty” vandaan komen? Met de mountain train, voortgetrokken door een heuse stoomlocomotief, reed ik door prachtige berglandschappen en langs diepe ravijnen weer naar beneden. Opeens hoorde ik een gekraak, de trein schokte, en begon over te hellen. Oh nee, die grap heb ik al een keer uitgehaald….
Veilig aangekomen in Mettupalayam heb ik de bus naar Coimbatore genomen. Dit is een stadje waar eigenlijk niks te beleven is, maar ik had geen zin in lange reizen dus het was een ideaal tussenstation op weg naar Kochin. Echter we waren nog maar net Coimbatore ingereden of de bus had er geen zin meer in. Hij startte niet meer. Na een tijdje begonnen mensen uit te stappen, en uiteindelijk heb ik dat ook maar gedaan.
Het was duidelijk dat Coimbatore niet op de tourist trail ligt. Normaal word je als buitenlander die uit een bus stapt meteen omgeven door meutes taxichauffeurs. Deze keer niet. Geen taxi te bekennen. Toen ik er eindelijk een paar had gevonden leken deze niet bereid me mee te nemen. Eentje wilde wel maar voor een astronomische prijs waar niks vanaf te hagglen was. Uiteindelijk maar een stadsbus gepakt die me naar het centrum kon brengen.
Die bussen zijn altijd STAMP en STAMPVOL. Dus daar stond ik, met mijn backpack op mijn rug, als een haring in een ton. Ik kreeg het zo warm dat ik eerder ben uitgestapt. Nu kon ik wel een taxi vinden die me naar het hotel heeft gebracht. Het was al laat dus heb ik lekker de roomservice gebeld en eten laten brengen. Dat ging ongeveer zo:
– “Hello, this is room 408, I’d like to order a mutton biriyani.”
– “I’m sorry, we don’t have any biriyani left.”
(NB: biriyani is een heel simpel rijstgerecht)
– “Hmm, then I’ll take the noodles with chicken, and a bottle of water.”
– “Certainly sir. Do you want cold water, or room temperature?”
– “Room temperature will be fine, thank you.”
Tien minuten later werd ik teruggebeld met dezelfde vraag: koud of kamertemperatuur? Als ik nu had gezegd: koud graag, hadden ze ongetwijfeld geantwoord met: “sorry, we don’t have any left.”
Inmiddels was mijn verkoudheid helemaal over. Het leek meer op een soort van hooikoorts, of theekoorts misschien. De volgende dag heb ik de bus gepakt naar Kochin. Hierover later meer. Eerst nog wat foto’s!
Hoi Lennart,
Leuke ervaringen en mooie foto’s. We blijven je volgen! Heel veel plezier!
Tjonge, die paden in Kerala zijn niet bepaald bezaaid met rozen: verwrongen jeep-contactsleutel, defecte bus en onwillige taxichauffeur, zo maar drie voorbeelden. De kunst is om dan vrolijk te blijven en zo te lezen lukte je dat prima. Gelukkig is je verkoudheid nu over, ‘houwe zo’! We genieten van je vermakelijk geschreven reisavonturen. Wat een prachtige foto’s heb je met je HTC gemaakt, en wat een overweldigende natuur! We kijken reikhalzend uit naar je volgende verhaal. Fijne vakantie verder!
Dat zijn mooie foto’s van een mooi landschap. Heb je die echt met je ultraflashswipswapsmartphone gemaakt…?
@NLP nee joh ik heb gewoon wat ansichtkaarten ingescand… 😉
Ha, dat is al wat ik dacht! 😉