Crossing border
8 November 2010, 15:27In Nederland is dit een festival. Maar tussen Iran en Pakistan is het oversteken van grenzen een stuk minder feestelijk. Wat niet meer zou hoeven zijn dan een stempel in je paspoort laten zetten en over een denkbeeldige lijn wandelen, was hier veel ingewikkelder en vermoeiender. Om van Iran naar Pakistan en naar de eerste stad van betekenis te komen, heb ik in verschillende politiewagens gezeten, ben ik begeleid door een agent van de inlichtingendienst, moest ik langs de Pakistaanse ambassade, heb ik urenlang op het politiebureau doorgebracht tussen de Ali Illegali’s, en moest ik gedwongen integreren met een groep Zwitserse / Oostenrijkse / Duitse overlanders. Alleen dat laatste was op zich best okay.
Laten we even beginnen met mijn verjaardag. Iedereen heel erg bedankt voor de felicitaties! Ik heb het in Bam gevierd, in Akbar’s guesthouse, en het is een heel gezellige dag geworden. Toen ik er kwam, op de vierde, was er naast Akbar de eigenaar, een Zwitsers stel aanwezig, Johan en Christa. Zij gingen ook overland naar India, in hun eigen omgebouwde truck. Heel toffe mensen. De volgende dag, 5 november, kwam er een bekende bij: Phil uit Nieuw Zeeland, die ik ook in Yazd al had ontmoet. En ‘s avonds maakte Fabrice uit Frankrijk het gezelschap compleet. Ik had een schaal lekkere koekjes gehaald. Het plan was om met zijn allen uit eten te gaan maar helaas waren de leuke restaurants niet open (het was vrijdag). Wat er wel te krijgen was, was (… drum roll …) kebap! Jaja. Maar dit was gelukkig wel erg lekkere kebap, met goed, sappig en lekker gekruid vlees, en superlekker brood dat gebakken werd waar je bij stond. Na het eten kwam Christa met een zelfgebakken verjaardagscake, met drie kaarsen erop (33 paste net niet). Tof!! We hebben een hele tijd zitten praten en thee gedronken, erg gezellig. En ik miste eigenlijk de alcohol niet echt.
De volgende dag was het weer vroeg dag. Want het begon nu allemaal. Er was een politie-escort geregeld voor mij en Fabrice (die me zou vergezellen). De politie zou ons wel naar de bus naar Zahedan brengen. Ja die escort was echt nodig, “want het was veel te gevaarlijk om zelf te gaan.” Het kwam neer op een stukje werkverschaffing en machtsvertoon want volgens Akbar was de politie “more catholic than the pope” en viel het met de veiligheid enorm mee. Hij werd zelf dagelijks lastig gevallen door politie die alles van hem en zijn gasten wilde weten en zich overal mee bemoeide, en hij had al het gedoe inmiddels geaccepteerd als een noodzakelijk kwaad.
Fabrice had een flinke kou gevat, voelde zich niet lekker en besloot op de laatste nipper om toch maar een dagje later te gaan. Dus ik ging achterin de politiewagen zitten, en keek meteen bijna recht in de loop van de mitrailleur die tegen het been van de agent naast me lag. We stopten op de kruising naar Zahedan, en de agent naast me stapte uit. Hij gaf het geweer achteloos door naar voren, het stootte ergens tegenaan, ik hoorde even een klik, terwijl ik weer recht in de loop keek, en ik kreeg, in een flits, een flash back van een scene uit Pulp Fiction. Hadden ze op zoek moeten gaan naar de “dead foreigner storage”.
Er gebeurden gelukkig geen ongelukjes en al snel kwam mijn bus in zicht. De sirene ging aan en de bus werd tot stoppen gemaand. Da’s nog eens een makkelijke manier van liften! Ik kon instappen, de bus zat al vrij vol met voornamelijk slapende Pakistani gekleed in shalwar kameez, het jurkachtige pak bestaande uit baggy trousers en een lange blouse, beroemd gemaakt door celebrity’s zoals Osama bin Laden.
Aangekomen in Zahedan ontstond er lichte paniek. Niet bij mij, maar bij de attendant van de bus. Want hij was opgezadeld met de verantwoordelijkheid voor mij, zijnde de enige buitenlander op de bus. En er was geen politie-escort meer. Dus ik werd van hot naar her meegenomen, langs allerlei officials. Ik verstond weinig van de gesprekken maar ving telkens dezelfde woorden op: Pakistan, escort, body guard, en ik begreep dat het allemaal een probleem was. Er was geen mankracht voor, of men wilde gewoon niet. Er was absoluut geen sprake van dat ik zelf een taxi zou pakken. Dit werd me gewoon verboden, ook door de agenten die te beroerd waren om me dan tenminste ergens naar te escorteren. Erg prettig allemaal.
Uiteindelijk werd er toch een politiefunctionaris gevonden die zich om mij zou bekommeren. Hij was in burgerkleding, en het was een klein iel mannetje, met een ratachtig gezicht en sluike, vettige haren die op zijn hoofd plakten. “No problem”, zei hij me, “I’m police.” Ik zei hem dat hij er niet uitzag als politie. “Of course. I am information police!” Ah, de geheime politie dus. “Of course”. Geweldig. Ik had de Iraanse gestapo aan mijn broek hangen. No problem.
Ik had geen idee waar hij me naartoe voerde, in de taxi. Onderweg vroeg hij me, bijna wanhopig: “Why you go to Pakistan? WHY?? It’s so dangerous!!!” Tja, als er een omweg was geweest had ik die wel genomen. Uiteindelijk stopten we bij de Pakistaanse ambassade. Wat moest ik daar? Ik had mijn visum al, alles was al lang in orde. Maar daar wilde De Rat niks van weten. Hij zei alleen keer op keer “no problem”. Wanneer mensen meer dan drie keer “no problem” zeggen, ga ik altijd heel erg voor het tegendeel vrezen.
Hij stuurde me de ambassade in, en ik moest het maar allemaal regelen. En toen zei hij goodbye. De beambte binnen bladerde even door mijn paspoort, en inderdaad, wat ik al wist: “Everything’s in order sir.”
Ja ja, alles in orde. Behalve dan dat ik nog steeds geen escort had. En nog steeds mocht ik niet zelfstandig weg van die overijverige diendertjes. Er was wel een agent op de ambassade maar die had geen auto; er werd er een opgeroepen en wij wachtten. Maar ik moest nog wel even wat water en etenswaar voor onderweg kopen; er was een winkel aan de andere kant van de weg. Dus daar heb ik de agent maar even naartoe meegesleept; dat gaf weer heel wat bekijks!
Uiteindelijk kwam daar mijn auto met bodyguards aan. Ik stapte in en het eind van het verhaal was dat ze wachtten op een officiele taxi. Die mocht me wel naar de grensovergang rijden. Ja ho, wacht eens even, had ik dat niet meteen kunnen doen??? Wat een debiel gedoe, deze grappenmakerij had inmiddels al uren gekost.
Extra moeilijkheid was ook nog eens dat de grens al om twee uur zou sluiten. Het was al ruim over enen. En nog een kilometer of 80. Gelukkig was er nog iemand die over de grens moest. En die spoorde de chauffeur aan om flink te gassen. Maar toen we aankwamen was het net twee uur geweest.
Het grensstadje Mirjave is echt een onbeduidend stinkgehucht. Er is wel een hotel maar dat is een fucking dump, als ik de verhalen van andere reizigers mag geloven. Dus ik wilde koste wat kost die grens over, en huppetee de bus in naar Quetta. De grens was al gesloten maar het lukte samen met mijn medepassagier toch nog om een beambte te vinden die het stempeltje in het paspoort wilde knallen. En daarna lopend de grens over.
En toen kwam ik in het Pakistaanse gedeelte. Dat was me een bureaucratisch circus! Ik moest langs een stuk of vier tentjes, waar ik keer op keer mijn gegevens moest invullen, en wat vragen moest beantwoorden. Ondertussen werd ik gestalkt door clandestiene geldwisselaartjes, die het op mijn euro’s en riaals gemunt hadden. De wisselkoers die ze boden was echter misdadig laag, en ze wilden niet veel stijgen dus heb ik niks gewisseld.
Ik was eindelijk officieel in Pakistan. Pfff, hehe. Maar nu, waar is die bus naar Quetta? Ik vroeg het aan een soort van douanebeambte. “No bus today”, zei hij kortweg. “You stay here. Tomorrow bus. 10 o’clock.”
Wat de fuck bedoel je, “geen bus”? En wat bedoel je precies met “here”? Nou, hier, dat was dus: op het politiebureau. Een hotel was niet mogelijk. Dat was natuurlijk weer “unsafe”, hoe ik ook protesteerde.
Op de binnenplaats zat een hele menigte Iraniers; illegalen dus, die zonder geldig paspoort of visum over de grens was gekomen en nu weer keihard teruggekeild werden. Ik zag zelfs een groepje zwaardere misdadigers; tenminste dat denk ik dan, want ze hadden gevangenispakjes aan en ze waren met zijn allen aan elkaar geketend. En ik zat daar vanuit mijn tuinstoel die voor me was neergezet ernaar te kijken, het was gewoon surrealistisch.
Toen ze allemaal in de bus terug waren gestopt, zat ik daar dus, tussen de Pakistaanse agenten die nauwelijks Engels praatten. Dat zou een leuke avond en nacht worden; waar was ik toch in godesnaam terecht gekomen? Wat een kutzooi. Oh was ik maar, bij moeeeeder thuis gebleven…!
In de ruimte waar de agenten konden relaxen stond een tv met beeld vol sneeuw, en ik heb een tijdje naar een documentaire over Bubbles, de aap van MJ, gekeken. Animal Planet, nagesynchroniseerd in het Urdu, dus heel begrijpelijk voor mij. Toen zag ik een spel kaarten. Ik telde ze en ja hoor, incompleet. Dus ik maakte me maar op voor playing solitaire ’till dawn, with a deck of 51… maar er kwam een agent de ruimte binnen en samen hebben we een simpel kaartspel gedaan, waarvoor je geen compleet spel nodig hebt.
Er kwamen meer agenten binnen en ik was het middelpunt van de belangstelling. Maar ze zaten wel een beetje met me in hun maag. Tja, was dat mijn probleem? Ik had me al bijna neergelegd bij een slapeloze klotenacht. Op een gegeven moment werd ik echter meegenomen het dorp in. Na en tijdje vertelden ze me pas waarnaartoe: “other foreigners”. Want ze hadden besloten dat alle buitenlanders toch hetzelfde zijn, en dat we dan netzogoed allemaal op een hoop gepleurd konden worden. Lekker makkelijk.
Op een plein stond een karavaan van 3 trucks; van Duitse, Zwitserse en Oostenrijkse overlanders. Er werd op een van de deuren gebonsd, met de mededeling: “hier, we hebben nog een buitenlander, net als jullie. Hij gaat met jullie mee.”
Just like that. Ik stond totaal perplex. En de eigenaar van de bus ook wel. Hij werd een beetje pissig op de agenten, maar draaide al snel bij, toen ik uitlegde hoe de vork in de steel zat, en vooral dat dit niet mijn idee was. Dus hij bood me niet alleen een slaapplek in de bus aan, maar ook om me tot aan Quetta mee te nemen. Na even twijfelen heb ik dit aanbod aangenomen; ik had ook alleen kunnen overnachten en de volgende dag de Pakistaanse bus kunnen nemen. Maar ik had het zo gehad met het gesleep en het gedoe… en wie weet lieten ze me ook niet alleen in die bus zonder escort. En het was best fijn om lekker mee te liften met mede-buitenlanders! Dus vertrokken we de volgende dag, bij het eerste daglicht, richting Quetta.
Die rit was niet zonder obstakels. Dan heb ik het niet alleen over de vele hobbels en gaten in de weg, maar vooral om de zeer vele checkpoints, waar we elke keer moesten stoppen om al onze gegevens (naam, vader’s naam, nationaliteit, kenteken, paspoortnummer, visanummer, pincode, schoenmaat, etc) in te vullen. Een aantal keer probeerden ze ons ook weer een politie-escort aan te smeren, waar we dan natuurlijk op moesten wachten. Maar Marco, een Zwitser die de overlandtocht naar India al voor de achtste keer deed, en als rechtgeaarde hippie een flink autoriteitsprobleem had, zag dat absoluut niet zitten en weigerde dat pertinent. Tja, het was de primaire taak van de politie om ons te beschermen, dus op ons gaan schieten omdat we ‘m peerden was ook niet echt handig, dus we kwamen er uiteindelijk wel mee weg door gewoon gas te geven en niet achterom te kijken. Baluchistan is momenteel gewoon veilig, maar het is de politie en het leger waar je echt last van hebt.
De tocht was meer dan 600 kilometer; en door de slechte weg en alle oponthoud was dit niet binnen 1 dag te doen. Het is totaal onverantwoord om bij donker door te rijden, niet alleen in verband met berovingen en andere ongein, maar vooral in verband met het verkeer. Er werd over de smalle weg flink gescheurd met oude gammele wagens, waarvan vaak maar 1 koplamp het deed. En als zo’n brik je tegemoet komt, dan moet je dus in het donker gaan gokken: is nou de linker kapot, of de rechter? Of is het gewoon een brommer?
Een aardige demonstratie van de onveiligheid zagen we onderweg toen het nog licht was: een bestelwagen die ons tegemoet kwam had last van een losse motorkap. Deze vloog opeens open en klapte tegen de voorruit, het zicht van de bestuurder totaal blokkerend, precies op het moment dat de wagen ons recht tegemoet reed. Dat ging nog maar net goed.
Het was nu al bijna donker, en we waren bijna bij een politiepost waar we zouden overnachten, tot we weer gestopt werden, nu door een politiewagen die dwars over de weg stond. We bleken een checkpoint gemist te hebben, en moesten dus 10 kilometer terug.
Dat zou betekenen dat we niet voor donker aan zouden komen. Dus dat was voor de chauffeurs uitgesloten. Er ontstond een flinke woordenwisseling met de agenten die ons gestopt hadden; en uiteindelijk werd per mobieltje de ubercommandant opgebeld. En daar ging Marco flink mee in discussie. Het ontaarde in een schreeuwwedstrijd die Marco uiteindelijk won; want de commandant kon aan het eind weinig meer inbrengen dan een timide “ok, sir.” We mochten dus verder. We haalden de politiepost nog net voordat het aardedonker was.
De volgende dag was het nog maar een klein stukje naar Quetta. Omdat de caravaan de stad zelf niet inging (totaal onpraktisch) werd ik een paar kilometer voor de stad afgezet. Binnen een half uur had ik een lift geregeld naar de stad; en de aardige chauffeur wilde niet alleen niets van betaling weten, hij regelde ook nog een riksja voor me naar het hotel van mijn keuze, en betaalde zelfs hiervoor.
Het Bloom Star Hotel bleek een spotgoedkoop maar mooi hotel met prima kamer; met eigen badkamer en hete douche. Oh wat heb ik daarvan genoten.
Godsvliegendevinkentering. Met klamme handen, kleine broeder! Niet de minsten zouden er al bij zijn neergevallen. Zoals men hier zegt: rezpect jongûh! Wees lief en geduldig, kijk goed om je heen en houd ons verder op de hoogte. Mazzel!
Och, wij nietwetenden. Wat waren we blij met het berichtje (om half zes ‘s morgens in onze Venetiaanse hotelkamer) dat je op weg was naar Quetta. Wij zoeken hier soms ongans naar de juiste vaporetto. Maar dat is een avontuur voor de Donald Duck, wat jij meemaakte is stukken gevaarlijker geweest. Wat zal je blij zijn uiteindelijk in India aan te komen. Maar je verhalen zijn zeer boeiend en uitermate beeldend. Dat maak je niet mee als je bij je mamsje in Rotterdam blijft.
Goeie reis, een een flinke portie mazzel! Veel liefs van ons beiden.
Jeetje, wat een verhaal weer. Gelukkig is het allemaal goed gegaan en ben je veilig in Quetta aangekomen! Het is ook net een boek wat ik lees, gek dat het om mn eigen neef gaat!
In elk geval heel veel succes en plezier! Ik blijf je volgen!
Wat een verhaal! Je blog is een genot om te lezen, ik kijk uit naar de volgende episode, goede reis!
hI Lennart,
Dit is nog eens wat anders dan een verblijf in Europa. Heerlijk om je belevenissen te lezen. We blijven je volgen en ………. alvast proost, het biertje komt steeds dichterbij.